Het meisje met alle gaven
Melanie is tien. Ze zit met dertig jongens en meisjes in de klas. Het liefst van al krijgt ze les van mevrouw Justineau, die hen vertelt over de Trojaanse oorlog, poezie voorleest en hen bloemen laat zien die van buiten komen. Melanie is nog nooit buiten geweest. Buiten zijn de Hongers, de Jonkers en woestenij. Enkel in Beacon wonen er nog andere mensen. Melanie zou er graag naartoe gaan samen met mevrouw Justineau. Melanie droomt ervan haar te redden van alle monsters in de wereld. Maar de monsters zijn veel dichterbij dan Melanie zich kan voorstellen.
Aan de ene kant is dit boek een zombieverhaal met alle stijlelementen die je zou verwachten, maar aan de andere kant ook helemaal niet. Het boek gaat ook over wat er veroorloofd is in een wereld die ten onder gegaan is en wat iemand een mens of een monster maakt. Het boek werd ook verfilmd, met een script van de auteur zelf maar een andere invalshoek, en er is een vergezellend boek dat nog niet vertaald is: The Boy on the Bridge.
Lees een stukje
Ze gespen de banden van de stoel om Melanies polsen en enkels. De stoel heeft ook een band die om haar nek gaat; die trekken ze als laatste strak, als haar handen en voeten goed vastzitten, en ze doen het altijd vanachter haar rug. De nekband is zo bevestigd dat ze met hun handen nooit voor Melanies gezicht hoeven te komen. Soms zegt Melanie: ‘Ik bijt niet, hoor.’ Het is als grapje bedoelt, maar de mensen van Sergeant lachen nooit.
Wat andere lezers vinden
heb nog niet gelezen maar ziet er leuk uit
Geweldig