
Wolkenstad
Soms wil een boek alles tegelijk zijn: spannend, mooi, interessant, ontroerend, mysterieus én actueel. Heel soms slaagt het daar ook in, en zo’n boek is “Wolkenstad”.
Dit is het verhaal van Anna en Omeir, twee kinderen aan weerszijden van de stadswallen van het belegerde Constantinopel in 1453. Het is ook het verhaal van Zeno en Seymour, een oude man en een jonge wiens pad niet zonder geweld zal kruisen in een Amerikaanse bibliotheek anno 2020. En het is het verhaal van Konstance, een meisje aan boord van een ruimteschip dat op weg is van de hete aarde naar een betere wereld, al zal ze die zelf nooit kunnen verkennen. Eén ding hebben ze gemeen: een wonderlijk verhaal over een Griekse herder die droomde van een stad in de wolken.
“Wolkenstad” is een boek over boeken, een liefdesverklaring aan de magische kracht van lezen, schrijven, vertalen en vertellen. Laat ook jij je verleiden?
Lees een stukje
Vanaf zijn plek aan de voet van de grote dode boom kijkt Seymour omhoog en de uil kijkt omlaag en het bos ademt en er gebeurt iets: het murmelende onbehagen in de kantlijn van al zijn wakende momenten – het geraas – komt tot zwijgen.
Er is toverij op deze plek, lijkt de uil te zeggen. Je hoeft alleen maar te zitten, te ademen en te wachten, dan vindt die je vanzelf.
Hij zit en ademt en wacht en de aarde reist weer duizend kilometer verder in zijn baan. Vanbinnen voelt hij levenslange knopen losser worden.
Wat andere lezers vinden