
Kwakoe
Thomas is als baby op een plantage in Suriname beland. Daar werkt hij als persoonlijke bediende voor de eigenaar. Vroeger was hij bevriend met Jacob, de zoon van de eigenaar. Daar komt verandering in als Thomas Jacob voor het oog van de andere slaven vernedert. Vanaf die dag grijpt Jacob alles aan om het leven van Thomas zo moeilijker mogelijk te maken, zeker als zijn vader overlijdt en hij de scepter over de plantage zwaait. Zijn beleid is zo wreed dat de slaven in opstand komen. Thomas wordt als leider van de opstand gekozen. Hij verandert zijn naam in Kwakoe.
Thomas/Kwakoe voelt zich verplicht zijn baas te dienen, wat hem ook wordt aangedaan door diens zoon. En dat is heel wat! Het verhaal geeft een beeld van hoe het was om aan het begin van de achttiende eeuw als slaaf op een plantage te werken en wonen.
Lees een stukje
Thomas is half bewusteloos en de woorden van Jacob zeggen hem niet veel meer, behalve dat hij zijn lippen zo stijf mogelijk op elkaar klemt. Het genadeloze slaan begint opnieuw, slag na slag, vernielt ook meedogenloos zijn vlees aan de andere kant van zijn rug. Thomas bijt zijn wangen stuk. Zijn mond opent zich in een woordeloze schreeuw. Snot, kwijl, bloed, pies, poep en aarde vermengen zich onder hem tot een gore massa. De pijn snijdt zijn gevoel aan flarden.
Wat andere lezers vinden
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.