
Stadspanters
Aadam, zijn zus Rim en voormalig boezemvriend Eloïc zijn jonge Brusselaars. Ze hebben ouders uit verschillende culturen en zoeken hun weg. Na hun tienerjaren verwatert hun vriendschap. Als ze elkaar opnieuw treffen, is Rim een tv-presentatrice, werkt Aadam in Kigali en leeft Eloïc als een piepjonge en alleenstaande vader. Rim, Aadam en Eloïc zijn stadspanters: ze bewegen zich soepel en solitair van woonst naar werk en familie (wat dat ook mag betekenen, familie).
Wat weten we over de jonge generatie Brusselaars? Ze groeien op in een grootstad met megadiverse bewoners en horen elke dag gesprekken en muziek in heel verschillende talen. Jonge Brusselaars zoeken hun identiteit door hun afkomst te vermengen met de gewoontes van hun vrienden en andere leeftijdsgenoten. En ja, jonge Brusselaars worstelen. Met hun identiteit, met hun (stukgelopen) dromen, met verliefdheid. Dit alles beschrijft deze jonge auteur, die zelf in Elsene woont, in mooie zinnen. Ze gaat geen taboe uit de weg en schrijft evenzeer over zoekende moslimtieners als over ontluikende seksualiteit. Een bijzonder boek!
Lees een stukje
Wanneer hij daar was, dacht Aadam terug aan de dagen in het park in Dilbeek. Dan miste hij zijn vrienden. Hier hingen weinig gasten rond, geen scooters, geen zoete, verbrande geur. Hij moest al naar Matongé om wat spul te scoren. Marie keek graag naar de statige herenhuizen in haar buurt, vooral wanneer het donker werd en lampen de ramen een voor een oranje kleurden. Hij kon zich niet voorstellen hoe het was om in zo'n huis te wonen. De meeste bewoners van die buurt waren expats die in bekakt Engels met hun kind praatten, koppels die in het weekend in gladde outfits en met iPods aan de bovenarm gebonden rondjes jogden.
Wat andere lezers vinden
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.