
Mijn stilte
Warschau, de Tweede Wereldoorlog. Esther komt onder het bloed aan in een joods kinderweeshuis. Ze is angstig en schuw. Het verleden zit als losse flarden in haar hoofd. Door haar trauma kan Esther niet meer praten. Haar gedachten en ervaringen schrijft ze op in een dagboek. Met de hulp van dokter Janusz Korczak en een vriendinnetje komt ze er min of meer bovenop.
Twaalf dagen lang volg je Esther via haar dagboek: een mengeling van de dagelijkse gang van zaken, verhalen, herinneringen en moppen. Uit de flarden van herinneringen ontstaat langzaam een samenhangend beeld van de moord op haar ouders bij een razzia in het getto.
Het bijzondere weeshuis en dokter Janusz Korczak hebben echt bestaan. De kinderen kregen er veel verantwoordelijkheid. Ze hadden er zelfs een parlement, een rechtbank en een krant.
Lees een stukje
5 augustus 1942
Het was ondraaglijk heet die dag. Ik gaf de kinderen van het weeshuis een plek op de verste uithoek van het plein. Het laden van de veewagons begon. Korczak begon de mars. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Het was geen wandeling naar de treinen, maar een stilzwijgend georganiseerd protest tegen het moorddadige Duitse regime. De kinderen liepen in rijen van vier. Korczak leidde hen, het hoofd opgeheven, met een kind aan elke hand. Stefa leidde de tweede groep. Zij liepen naar hun dood met ogen vol hoon voor hun moordenaars.
Wat andere lezers vinden
Dit boek heeft een heel mooi verhaal. Er staan ook dagboekaantekeningen van de dokter. Een meisje heeft ptsd syndroom. Ze kan niet meer praten en heeft flashbacks. De dokter zegt dat ze een dagboek moet bijhouden. Er zitten korte hoofdstukken in. En fijne letters dus makkelijk te volgen.
Het is een zeer ingrijpend verhaal... zeker op het einde als je leest hoe de kinderen op weg gingen naar hun dood en hoe de dokter die mocht blijven leven ervoor koos om mee te gaan met de kinderen van zijn weeshuis... het grijpt je bij je keel