Mary Shelley's Frankenstein
Natuurwetenschapper Victor Frankenstein slaagt erin een levend wezen te scheppen, al verloopt het niet naar wens. Het schepsel blijkt een huiveringwekkend gedrocht. Geen mens moet van hem weten, terwijl hij zó verlangt naar liefde. Het monster heeft maar één wens: dat Victor nóg een wezen schept. Desnoods moordt hij om Victor onder druk te zetten. Mary Shelley schreef deze gothic novel in 1818. Haar leven was (bijna) net zo eenzaam als het monster van Frankenstein zelf en dat voel je. Maria Postema hertaalde deze horrorklassieker zodat jij nu, tweehonderd jaar later, afwisselend kan griezelen over én meevoelen met het monster.
Lees een stukje
En toen, op een sombere novembernacht, zag ik eindelijk het resultaat van mijn harde werken. Trillend van angst legde ik de instrumenten om me heen waarmee ik ging proberen om de vonk van het leven te laten overspringen naar het karkas dat roerloos voor me lag. […] Mijn kaars was opgebrand tot een klein stompje toen ik in het zwakke schijnsel de doffe, gele ogen van het schepsel open zag gaan. Het wezen ademde zwaar en zijn ledematen schokten.
Wat andere lezers vinden