Het moerasmeisje

Fergus en zijn oom zijn bezig met het illegaal afsteken van turf, als ze op het lichaam van een meisje stuiten. Zij moet eeuwen geleden al overleden zijn. Misschien is ze wel vermoord. Het onderzoek naar het veenlijk komt op gang en zo ontmoet Fergus Cora, de dochter van een archeologe. Moeder en dochter logeren bij de familie van Fergus. Die heeft het zwaar: het is 1980 en in Noord-Ierland zijn voortdurend onlusten tussen katholieken en protestanten. Fergus' oudere broer Joe zit gevangen en doet mee aan een hongerstaking, maar het is nog maar de vraag of dat hem verder helpt.

In zijn dromen hoort Fergus de stem van het moerasmeisje, die hem vertelt wat er met haar gebeurd is. Het verhaal leest als een film: je ziet voor je hoe het meisje leefde, wat Fergus meemaakt en je ruikt bijna het moeras. Fergus wil niets te maken hebben met al het geweld om hem heen. Het liefst wil hij zo snel mogelijk weggaan. Maar dan zou hij zijn ouders alleen moeten laten met hun ellende...