
De hoogvlaktes
Over de hoogvlaktes in het oosten van Congo wandelt Lieve Joris. Samen met een gids, haar toegewezen door de lokale militaire bevelhebber, trekt ze te voet naar de stad Uvira, bij de grens met Burundi. Ze wandelen van dorp tot dorp, van marktplaats tot marktplaats. Soms voelen ze zich thuis op de scholen waar ze logeren. Soms is gezelligheid ver te zoeken. Want in de woelige regio hebben rebellengroepen nog steeds een vinger in de pap te brokken.
Europeanen wandelen niet door Congo. Zij reizen met een 4x4 of met het vliegtuig, en het liefst met een grote officiële delegatie aan hun zijde. Maar Lieve Joris lapt dat aan haar laars. Zij reist te voet, dichtbij de mensen en hun verhalen, hun levens en geloof. Als bonus krijg je in het boek ook de foto's die Joris maakte van de landschappen en de mensen onderweg.
Lees een stukje
Na drieënhalf uur lopen zagen we Mikalati liggen. Op de heuvelflank stonden honderden glanzende koeien met gewelfde hoorns; daartussen liepen Banyamulenge met hoeden en lange stokken heen en weer, keurend, prijzend. Uit het dal steeg een zacht gegons op, dat sterker werd naarmate we, laverend tussen de koeien, dichterbij kwamen. In de gekleurde vlek in de diepte begonnen zich strooien afdaken af te tekenen; het krioelde er van pratende, lachende, gebarende mensen.
Wat andere lezers vinden
Fijn om te lezen.