
Antwerpen-New York, enkele reis
Antwerpen, 1920. Frans Wouters vertrekt met een schip naar New York. Hij reist samen met duizenden emigranten naar Amerika. Zij verlaten hun land, in de hoop in Amerika een betere toekomst te vinden. Frans weet dat hij zijn familie wellicht nooit meer zal zien. Maar veel tijd om te piekeren heeft hij niet aan boord. Hij maakt kennis met Teresa en met de geheimzinnige meneer White. Maar die twee brengen hem meteen in de problemen...
Frans verlaat zijn land en zijn familie. Hij wil een beter leven. Dat is de droom van vele mensen, een eeuw geleden, en ook nu nog. Al op het schip merkt Frans dat elke persoon een andere reden heeft om naar Amerika te reizen. Sommige mensen zijn op de vlucht. En ook in het ruim reizen mensen mee... zonder kaartje. Zal Frans helpen?
Lees een stukje
Het vertrek
Ze zien mij niet staan. Ik wuif met mijn witte zakdoek. Ik roep zo hard als ik kan. Het lawaai rond mij is enorm. Ik dring me naar voren en roep nog harder.
Honderden mensen staan te schreeuwen en te wuiven. Meeuwen krijsen boven ons hoofd. Matrozen halen de loopplank binnen. Plots klinkt er een luid getoeter. Het is tijd. Ik roep nog een keer: ‘Karel! Josée! Hier ben ik!’
Mijn broer en zus staan in de massa mensen op de Rijnkaai. Eindelijk zien ze me. Karel zwaait met zijn hoed en Josée roept: ‘Dag jongen, zo vlug mogelijk schrijven, hé!’ Ze heeft een luide stem, mijn oudste zus.
Wat andere lezers vinden