
Albatros
Als Abel op een ochtend wakker wordt, zijn alle mensen in dieren veranderd: zijn moeder is een hert, zijn vader een hond en nergens in de stad is ook maar één mens te vinden. Of toch. In het vijandelijke Noorden ontmoet Abel Kat, een irritant meisje dat op zoek is naar een reisgezel. Ze gaan samen op reis, op zoek naar antwoorden.
Onderweg moeten ze een manier zien te vinden om met elkaar overweg te kunnen. Ze zijn immers vijanden en hebben elk een andere kijk op de oorlog die hun land verscheurt. En dan is er nog de vraag waarom alle mensen in dieren veranderd zijn. En of dat wel zo slecht is voor de aarde …
Lees een stukje
‘Mam...?’ Voorzichtig duwde Abel de deur van de slaapkamer open. Het was er schemerig, de lange blauwe gordijnen waren dicht en het zonlicht raakte verstrikt in de dikke stof. Maar Abel zag genoeg om te zien wat er in zijn ouders’ bed lag.
Een hert.
‘Ik voel me een beetje wazig, Abel,’ lispelde het hert, met zijn moeders stem.
Zo begon het. Abel was eraan gewend dat de dagen anders konden beginnen, anders konden verlopen, anders konden eindigen. Maar op deze dag had hij zich nooit kunnen voorbereiden. Niemand had dat gekund. De zuiderlingen niet, de noorderlingen niet, de hele wereld niet. Na deze dag zou niets ooit nog hetzelfde zijn.
Wat andere lezers vinden