
Wildevrouw
Antwerpen, 16de eeuw. Beer is een herbergier die het noodlot tot driemaal toe tegenkomt. Drie keer sterft zijn jonge vrouw in het kraambed. De derde keer overleeft een zoontje en blijft de vroedvrouw uit schuldgevoel plakken bij hem thuis. Tegenslag na tegenslag ploetert Beer verder. In zijn herberg hoort en ziet hij veel. De inquisitie rukt op, de Beeldenstorm walst voorbij, martelingen vinden plaats aan de lopende band, de boekdrukkunst floreert en gruwelijk verraad schuilt om iedere hoek in de stinkende stad.
Beer spreekt God aan. Hij is een verteller met haar op de tanden. Rauw, frank, soms geestig. De weergaloze taal maakt van deze historische schets een meesterwerk.
Lees een stukje
U heeft mij beproefd, o God. Veel van wat ik heb meegemaakt lijkt het verhaal van een halve zot die zijn zinnen verliest in een waanzinnig geworden tijd om achteraf nog eens te worden vervloekt met momenten van helderheid. Iedere waanzin heeft zijn eigen geschiedenis.
Wat andere lezers vinden
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.