
Pleistermeisje
Pepita woont ergens op een eiland in de Stille Oceaan in haar zelfgemaakte boomhut. Ze heeft een grote kast met twintig laatjes vol pleisters. Alle dieren op het eiland kennen Pepita. Ze noemen haar Pleistermeisje. Voor elk pijntje heeft Pepita wel een pleister: als iemand in een stekel trapt of een ananas op zijn kop krijgt komt Pleistermeisje aangerend met haar koffertje vol pleisters. Net wanneer Pepita haar pleisters zit te tellen hoort ze iemand huilen op het strand. Een groot beest! Pepita rent naar het strand en begint meteen overal pleisters te plakken op het beest maar het huilen houdt niet op. Pepita weet niet waar de pijn zit. Alle dieren zoeken mee naar een oplossing. Wanneer Kwal begint uit te leggen dat pijn soms gewoon diep vanbinnen zit, valt er een kokosnoot op het beest zijn kop. Daar kan natuurlijk wel een pleister op. En een kusje en een knuffel, want die helpen meestal wel tegen alles...
Lees een stukje
Ze wilde net een hap nemen toen ze iemand hoorde huilen in het bos. 'Oewaaoe!' Pepita legde haar boterham neer, stopte alle meer dan twintig pleisters én nog een heleboel reservepleisters in haar koffer en holde het bos in. Op het strand zat een vreemd beest heel hard te huilen. 'Het zit hier al de hele dag,' zei Flamingo. 'Op ons strand,' knikte Aap. 'Heel hard te huilen,' fluisterde Luiaard.
Wat andere lezers vinden
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.