
Middenin de nacht
De verhalen in deze bundel beginnen allemaal op hetzelfde ogenblik: middenin de nacht. Als het donker is, ziet de wereld er helemaal anders uit. De kleuren verdwijnen, wat rood of blauw of geel is wordt zwart. Als iedereen slaapt, klinkt de wereld ook anders. Wat zacht is klinkt luid.
De dieren in deze verhalen vragen zich af of ze dromen of wakker zijn. Beer eet zijn meubels op want die zien er uit als taarten. En vele dieren maken zich zorgen, want als niets je afleidt lijkt wat erg is opeens heel erg, en wat triest is vreselijk triest. De tekeningen tonen je overdag een stukje nacht.
Lees een stukje
Middenin de nacht kon de wezel niet slapen. ‘Slapen!’ zei hij tegen zichzelf. ‘Val nou eindelijk eens in slaap!’ Maar hij sliep niet. Hij werd boos op zichzelf. Maar dat hielp niet. Hij stond op en liep door zijn kamer heen en weer. ‘Ga slapen!’ schreeuwde hij. ‘Wil je nu onmiddellijk gaan slapen!’ Maar hij kreeg steeds minder slaap.
Wat andere lezers vinden
waarschijnlijk zal ik er weer niks van verstaan